|
||||||||
|
Je hoeft zijn naam maar één keer te lezen om te weten dat Erwan Keravec een Bretoen is en zelfs wie de zijkanten van de hedendaagse muziek maar met een half oog volgt, weet eigenlijk al dat deze vijftiger uit Brest niet alleen een begenadigde muzikant is; met heel weinig research kom je er al snel achter dat de man ook componist is en vooral dat hij een durver is, die de grenzen van het bekende als geen ander durft aftasten. Zo ging hij ooit aan de slag met het oeuvre van Terry Riley, dat hij omzette naar een werk voor 20 doedelzakken en nu is dus dat andere icoon van de minimalistische muziek, Philip Glass aan de beurt. Met vier doedelzakken en vier bombardes -dat is de Franse folkvariant van de hobo- ging hij aan de slag met “Einstein on the Beach”, een referentiewerk van Glass, destijds geschreven nadat de componist door Noord-Afrika en India gereisd had en daar de zogeheten modale muziek had leren kennen. Voor de oren van Keravec zaten daar flink wat elementen in, die konden overgezet worden naar doedelzak en bombarde en het resultaat van de werkzaamheden, zoals het hier te horen is op deze plaat, is zelden minder dan indrukwekkend. Het toont aan dat de oren van Keravec feilloos werken en tegelijk bewijst de plaat dat de folk-instrumenten die we kennen vanuit de Bretonse muziek, veel en veel uitgebreider zijn, dan je tot nu toe dacht. Aan de hand van vier van Glass’ composities -“Two Pages”, “Music in fifths”, “Music in contrary Motion” en “Music in Similar Motion” demonstreren Keravec en zijn maats dat die, op het eerste gehoor speelse en ietwat dwarse composities, heel geschikt zijn, om mee aan de slag te gaan en ze te vertalen naar een semi-fok verhaal. Dat levert een uur uiterst intrigerende muziek op, die bij momenten -en zeker bij de eerste beluisteringen- wat lastig te doorgronden zijn, maar die, naarmate je ze beter leert kennen, hun schier eindeloze mogelijkheden mondjesmaat prijsgeven. Keravec noteert in het bijhorende boekje, dat hij stilaan het gevoel kreeg dat de stukken speciaal voor de doedelzak en de bombarde geschreven waren en zo klinkt het ook. Dit is een plaat, waarmee je zowel de bijzondere componist Glass als de bijzondere muzikanten van de groep van Keravec leert kennen en, zoals bij mij het geval was, gaandeweg ook leert te appreciëren. Daar komt nog bij, dat je ook een idee krijgt van de klank van de biniou, die kleine Bretonse variant van de doedelzak, die je al wel kende van kleine lettertjes op platenhoezen, maar waar je niet echt een klank mee kon associëren. Dat is dus voor ondergetekende alvast een dubbel-op en, al ben ik er van overtuigd dat dit een plaat is voor een eerder beperkt doelpubliek, ik ben weer helemaal in de ban van Glass. Dit durf ik dus aanbevelen aan wie wil luisteren! (Dani Heyvaert)
|